Circulair Ondernemen, Innovatief Mkb

West-Brabantse parel Rodenburg realiseert droom Side Stream Innovation Valley

Uit de reeks: Roadtrip langs de parels van West-Brabant: Thijs Rodenburg van Rodenburg Biopolymers.

Het was lang zwoegen, maar nu zit de vaart erin bij Rodenburg Biopolymers. Het Oosterhoutse bedrijf groeit hard en heeft een aansprekende ontwikkeling in de steigers staan: een campus waar bedrijven en onderwijs samen werken aan het verwaarden van organische reststromen. “Wij maken producten die de traditionele olie of chemische component vervangen.”

Rodenburg Biopolymers gebruikt onder andere organische reststromen om halffabricaten te maken voor onder meer de papierindustrie, diervoedingsindustrie en de olie- en gassector. Het bedrijf werd in 2000 door REWIN verleid om voor Oosterhout te kiezen als nieuwe vestigingsplaats. Daar heeft het bedrijf geen spijt van, zegt directeur Thijs Rodenburg. “De regio is interessant vanwege de aanwezige food-bedrijven, de beschikbaarheid van organische reststromen, het bijbehorende netwerk aan (kennis)partners en de logistieke ligging. Daarbij worden we prima ondersteund door de gemeente, provincie en REWIN.”

Grootse plannen: Side Stream Innovation Valley

Begin volgend jaar hoopt Rodenburg de wijziging van het bestemmingsplan rond te krijgen zodat het kan starten met het realiseren van Side Stream Innovation Valley. “Een campus voor start-ups, scale-ups en kennis- en onderwijsinstellingen die zich bezighouden met het verwaarden van organische reststromen. Wij kunnen en willen niet alles alleen doen; we hebben een ‘versnellingskamer’ nodig. Door al die partijen bij elkaar te brengen en onze kennis, ervaring en grondstoffen toe te voegen, ontstaat er volgens ons iets moois waarmee we het verwaarden van organische reststromen verder kunnen brengen.” Er is ook ruimte voor bedrijven die al aan massaproductie toe zijn, voegt Rodenburg nog toe.

Campus met impact

Met 60 duizend vierkante meter productieruimte en 7,5 duizend vierkante meter kantoor-, onderwijs-, lab en demofaciliteiten wordt het een ‘campus die impact kan maken’, zegt Rodenburg. “De biobased economy ontgroeit de onderzoeksfase en gaat richting massaproductie. Dat moet je wel faciliteren. Wij hebben de ruimte, de kennis en ervaring en bieden de mogelijkheid tot samenwerken. Daarnaast bieden we een pool aan grondstoffen. Dat is belangrijk, want reststromen worden niet op bestelling geproduceerd. Je hebt daarnaast ook mensen nodig die met dit soort grondstoffen aan de slag willen en mede daarom willen we het onderwijs betrekken. Het aantrekken van nieuwe medewerkers gaat gelukkig wel steeds beter, omdat mensen graag een bijdrage leveren aan verduurzaming.”

Kennis delen

De band met REWIN, dat innovatie en circulair ondernemen initieert en stimuleert en daarvoor ook partijen bij elkaar brengt, is door de jaren heen stevig gebleven. Rodenburg participeerde in het opzetten van het Biopolymeren Applicatie Centrum dat nu onder de hoede van Avans Hogeschool en het CoE BBE (Centre of Expertise Biobased Economy) ‘goed bezig is’.

Rodenburg was ook een van de eerste deelnemers in het Symbiosis4Growth-project van REWIN, dat bedrijven bij elkaar brengt rondom het uitwisselen van reststromen. “En nu we met de campus bezig zijn, assisteert REWIN weer, onder meer door hun kennis en ervaring met incubator B’WISE met ons te delen.”

Samen ontwikkelen

Een bedrijf hebben in een relatief nieuwe tak van sport is soms zwoegen, vertelt Rodenburg. “Het is belangrijk om producten te ontwikkelen samen met de eindklant vanwege zijn specificaties en met de productieketen vanwege de productieparameters.” Desondanks kan het dan misgaan, zegt hij. “We investeerden bijvoorbeeld veel tijd, geld en energie in een biobased en bio-afbreekbare wikkelfolie voor chocoladerepen. Uiteindelijk lukte dat, maar zag de klant er om prijstechnische redenen vanaf. Gelukkig leverde het wel allerlei spin-offs op. We groeien momenteel met dubbele cijfers. Ik verwacht volgend jaar door te groeien en te verdubbelen in medewerkers.”

“Het is dus altijd spannend of iets lukt, maar ook ontzettend mooi om er mee bezig te zijn. Er loopt nu een patentaanvraag voor een technologie waarmee we ‘groene building blocks‘ kunnen gaan produceren, waardoor nog meer olie en chemicaliën vervangen kunnen worden door biobased en circulair. De toepassingen van deze building blocks zijn legio. Een voorbeeld hiervan zijn absorptietoepassingen waarmee we bijvoorbeeld oliehoudende materialen in maandverband of luiers vervangen. Maar we zien ook toepassingsmogelijkheden in de cosmetica, farma en leerindustrie.”